In de geneeskunde is het een gouden regel dat het kind geen kleine volwassene is. Dit geldt natuurlijk ook in de osteopathie! Kinderen ontwikkelen zich op allerlei vlakken. Ze groeien, hun spraak en motoriek ontwikkelt zich en als persoon vormen zij zich meer en meer. Al deze aspecten maken dat ieder kind een unieke benadering vergt. Als er een bepaalde problematiek optreedt in een van de aspecten van de ontwikkeling, dan heeft dit invloed op de totale ontwikkeling van het kind.
Osteopathie is een zachte en efficiëntie geneeswijze die uitermate geschikt is voor kinderen. Door de zachte mobilisatie en manipulatietechnieken zijn bijwerkingen zeldzaam en wordt behandeling door het kind vaak als aangenaam ervaren. Om een kind goed te helpen en de ouders uitleg te kunnen geven betreffende de problemen van het kind heeft de osteopaat een gedetailleerde kennis nodig van de kindergeneeskunde en de verschillende ontwikkelingsgebieden. Dit betekent niet dat de osteopaat de plaats van de kinderarts of huisarts inneemt. Osteopathie blijft een aanvullende geneeswijze.
Factoren welke mede invloed uitoefenen op het ontstaan van bewegingsverliezen bij baby’s en kinderen
- Tijdens de zwangerschap
- Hormoonbehandelingen voor de vrouw om zwanger te worden
- Langdurige fysieke en/ of emotionele stress
- Moeder (veel) pijnklachten gedurende zwangerschap
- Rond de bevalling
- Snelle of langdurige bevalling
- Rug- en beenweeën i.t.t. normale buikweeën
- Verkeerde ligging kindje in geboortekanaal qua hoofd en/of schouders
- (Spoed)sectio of hulpmiddelen zoals vacuümextractie of tangverlossing
- Opgewekte bevalling; het kindje moet vaak meer afzien
- Stuitligging
- Meconium in het vruchtwater
- Navelstrengomwikkeling hals/ borstkas
- Niet krachtig en voluit eerste huiltje
- Slechte start: ademnood, blauw/ rood/ wit zien, gespannen of slap kindje
- Zwellingen op of van hoofdje
- Niet zelfstandig temperatuur kunnen vasthouden
- Ondergewicht van kindje
Gedrag en/of lichamelijke problemen van het kind
- Zuig- en slikproblemen, slecht drinken, onrustig drinken
- Reflux (terugstromen van voedsel), spugen, naslikken, moeilijk boeren
- Darmkrampjes, problemen met stoelgang
- Veel huilen, krijsen
- Onrustig in gedrag en bewegen, schrikkerig, overprikkeld
- Plagiocephalie, sterke asymmetrie hoofd en/of aangezicht
- Voorkeurshouding, dwanghouding, asymmetrisch bewegen
- Overstrekken
- Verminderde beweeglijkheid schoudertjes (bijv. a.g.v. fractuur sleutelbeen)
- Voorkeur over 1 kant rollen
- Tijgeren, olifanten of bips-schuiven i.p.v. normaal kruipen
- Slaapproblemen
- Sneller vallen, onhandig bewegen
- Operaties